Browsed by
Author: oudnereus

In memoriam: Marian Ludérus (1939 – 2022)

In memoriam: Marian Ludérus (1939 – 2022)

Anders dan de meesten van haar jaargenoten kon Marian Luderus al roeien toen zij in ‘58 bij Thetis aankwam. Zij had jarenlang geroeid bij de Dordtsche, gecoached door haar vader. Al jong was zij nationaal kampioen in de skiff en is dat vijf jaren achtereen geweest. Al gauw had zij in Nederland weinigl tegenstand en zocht dit over de grens. Zij roeide EK’s in Macon (‘59), Londen (‘60) en Praag (‘61). Dat zij internationaal geducht werd is in de Nederlandse annalen vreemd genoeg nauwelijks terug te vinden. Maar de Engelse skiffeuse Penny Chuter, tekent met enig leedvermaak op dat de Oostduitse Gisela Jaeger in Praag tevergeefs probeerde een slechte tijd te roeien om niet de herkansing tegen Marian te treffen. 

Bij Thetis nam Marian een eigen positie in. Zij kwam wel uit voor Thetis/Nereus, maar had een eigen boot en eigen coach, haar eigen ideeën van training, techniek en wedstrijdplan. Aan het eind van het roeiseizoen ‘61 besloot Marian dat zij een ploeg wilde gaan coachen voor Thetis. Een experiment voor haar, zij had nog nooit een ploeg gecoached.

Wij waren ons van dat alles niet bewust toen wij eind ‘61 moesten afroeien. Ik zie ons nog staan naast de bak waarin we net hadden voorgeroeid. Op het vlot staat Marian, die ons letterlijk van top tot teen monstert. Terwijl wij nog hoopten op een plaatsje in de eerstejaars acht werden we er door haar uitgehaald en aangewezen om te scullen in de quadruple. Geen van ons had eerder geroeid, maar later begrepen we dat Marian een ploeg uitzocht van mensen die er uitzagen als zij zelf, klein en gespierd. Die het meer moesten hebben van techniek dan van kracht. In januari ‘62 gingen we in training om wedstrijd te gaan roeien als jonge dubbelvier van Nereus.

Het werd het begin van een aantal onvergetelijke jaren. Dat Marian zelf zo succesvol geroeid had, gaf haar groot gezag bij ons. Toen zij als coach begon, roeide zij zelf nog enkele internationale wedstrijden in de skiff. Wij waren meteen de meest fanatieke fans die haar aanmoedigden vanaf de kant. Haar te zien roeien maakte ons vastbesloten er iets geweldigs van te maken. 

Ondertussen hadden wij onze eerste wedstrijd erop zitten waarna onze stuurvrouw ziek is geworden. We zouden aan het begin van ons wedstrijdseizoen zonder stuurvrouw zitten en Marian moet op zoek naar een nieuwe. Eentje die begrijpt en uitvoert wat zij voor ogen heeft. Als kort daarop de Koninklijke geroeid moet worden is die nog niet gevonden. Maar geroeid zal er worden. Onze oude plakboeken zeggen: “Geladen met een bijzonder grote dosis zelfoverschatting startten we met op de stuurplaats onze coach (slechts 68 kg).” 

Marian zal niets aan het toeval overlaten, overtuigd van haar visie op het roeien. Eigenzinnig en onverzettelijk stapt ze desnoods zelf in de dubbelvier. Een week later al roeiden we met veel succes de Nereus lustrumwedstrijden, vanaf nu met Ditte als stuurvrouw die door Marian’s keuring was gekomen. Hier roeide Marian zelf nog het skiffnummer. 

In het seizoen van ‘63 roeit Marian zelf geen wedstrijden meer maar coacht alleen nog. Met succes. Haar jonge dubbelvier van ‘62 krijgt al gauw de status van oude dubbelvier, al wordt in het buitenland nog wel eens verwonderd gereageerd, dat deze kleine meisjes het vrouwennummer roeien. Ondertussen wordt alles wat er in Nederland te winnen is gewonnen, tot en met het NK. De krant schrijft: “De dubbelvier van Nereus werd glansrijk kampioen en verdiende daarmee haar felbegeerde reis naar Moskou. Coach Marian Luderus glunderde alsof zij nog in de skiff zat en met reden.” 

Zo eindigt dit tweede roeiseizoen al met een uitzending naar de EK in Moskou. Ook zonder materiaalpech in de finale daar zou onze ploeg niet veel kans gemaakt hebben tegen de spiermassa’s van de uitsluitend Oost-Europese tegenstanders. 

Wat is het geheim van Marians succes als coach? Allereerst Marian zelf. Met haar enthousiasme, haar aanstekelijke lach, haar relativeringsvermogen en gevoel voor humor wist ze ons te inspireren en verbinden. We hebben eindeloos veel hilarische momenten meegemaakt. Maar daarachter was er haar visie op het roeien. Alles draaide om de techniek. Daar werkte ze aan met onze dubbelvier, zoals ze dat voor zichzelf had gedaan. En techniek hebben we geleerd, eindeloos gepraktiseerd, totdat het ingesleten was. Toen we bijna 50 jaar later nog eens met elkaar in de boot zaten, merkten we op dat de boot nog steeds ‘liep’. Techniek verleer je nooit.

In het seizoen van ‘64 hadden we in West-Europa geen noemenswaardige tegenstand. Jammer genoeg kregen we van de Roeibond weinig gelegenheid om onze krachten te meten met ploegen uit Oost-Europa. Was het Marian die had bedacht om ons op de NK van dat jaar na ons eigen (gewonnen) nummer mee te laten roeien in de finale van de achten? Ondanks het wilde water kwamen we aardig mee en eindigden nog voor de Nereus acht. Alles was in dat jaar gericht op de EK in Amsterdam. Na een lange periode van dagelijkse trainingen op de Bosbaan mochten we eindelijk onze krachten meten met sterke tegenstanders, voornamelijk uit Oost-Europa. In de finale bleven we na een enerverende eindsprint de Hongaarse boot op het nippertje voor en haalden het brons binnen. Het is de eerste medaille op een internationaal kampioenschap voor Thetis, de vijfde in de geschiedenis van het vrouwenroeien in Nederland. Een krant schreef: “Coach Marian Luderus was overgelukkig, stralend en rood van opwinding danste zij naar haar roeisters. Het was haar toch gelukt. Als skiffeuse had zij, ondanks haar kleine postuur, tot de top behoord. Zij was ervan overtuigd dat het ook voor een ploeg met kleine roeisters mogelijk is om snel te gaan. Want – zo stelt zij- roeien is geen kwestie van kracht maar van techniek.” Jawel, techniek. Maar niet zonder dat iemand je die laat zien en daarop leert vertrouwen. Die tegen de stroom in volhoudt en anderen weet te inspireren. Die bronzen medaille van ons, is de verdienste van Marian. Het is volstrekt onterecht dat de coaches geen blik ontvangen. En dat coaches amper genoemd worden in de annalen van de roeigeschiedenis. Het is hoog tijd om daar iets aan te veranderen. 

Onze medaille, in dankbaarheid en erkentelijkheid, is voor Marian.  

Marjo Bennink, Marianne van Beinum, Alied Blom, Ruth de Kanter, Ditte Simons.

Er verscheen een artikel over Marian Ludérus als roeister in de Libelle.

In memoriam: Ed van Thijn (1934 – 2021)

In memoriam: Ed van Thijn (1934 – 2021)

“Onlangs Overleed Ed van Thijn. In de media is uitgebreid aandacht geschonken aan zijn politieke en bestuurlijke loopbaan. Weinig mensen zullen zich wellicht realiseren dat Ed ook een Nereus-verleden had. Op verzoek van het Oud-Nereus-bestuur stuurde reünist Feye Meijer ons onderstaande herinnering. Naar eigen zeggen heeft hij 1 jaar weliswaar zonder veel prijzen, maar met heel veel plezier met Ed in een ploeg geroeid. Bij Ed bleef de roeiloopbaan  tot 1 blik beperkt, Feye steeg later tot een aanzienlijk hoger niveau. Hij won de Varsity in 1959 en won in datzelfde jaar zilver in de gestuurde Nereus- vier op de EK in Macon. Zoals Feye ook vermeldt is op de website tevens de tekst opgenomen die Ed in zijn autobiografie ‘Het verhaal’ aan zijn roeiperiode bij Nereus heeft gewijd.” – Jaap Ellerbroek.

MIJN ROEIVRIEND ED VAN THIJN 

Toen ik het verdrietige bericht van het overlijden van Ed van Thijn hoorde, dacht ik meteen terug aan mijn Nereus-tijd. Ik heb in mijn 1e jaar in 1956 met hem geroeid in een Overnaadse Vier in het gezelschap van Conrad van Tooren, Henk Hopman, Edwin Kisman als stuurman en als coach Enno Rösingh. Ed had al eerder geroeid en zat bij ons op slag. In zijn autobiografie komt hij uitgebreid terug op die periode, die veel voor hem had betekend. Dit prachtige en zeer persoonlijke verhaal is ook opgenomen in dit In Memoriam.

We roeiden de Varsity, waar de Overnaadse Vier toen nog een wedstrijdboot was, maar presteerden daar niet veel, trouwens ook niet veel in de rest van het seizoen. Met name, zoals Ed ook beschrijft, omdat de 1e overnaadse vier van Nereus ons gedurende het seizoen voortdurend de hielen liet zien. Maar toen kwamen de wedstrijden van ZZV, de Zaanlandse! Hier was de Overnaadse Vier het Hoofdnummer. De wedstrijdbaan had een vrij scherpe bocht halverwege, zodat je scheef startte om na de bocht wel recht op de finish te kunnen afstormen. We wonnen en als ik mij goed herinner mochten we een zilveren Zaanse molen als wisselbeker meenemen voor de Nereus- prijzenkast.Later in het seizoen stapten we over op de gladde Jonge Vier A, maar ook daarin waren de successen beperkt. Ik denk overigens dat dat niet aan Ed lag, die was fanatiek genoeg.

Ed studeerde toen aan de nieuwe faculteit PSF, Politiek-Sociale Wetenschappen en Filosofie. Hij lag kennelijk overhoop met één van de hoogleraren, want die liet hem twee keer zakken voor zijn kandidaats. Toen hij later zijn doctoraal haalde gaf hij een cognac- partij op zijn kamer, louter met cognac van verschillende merken. Ik weet niet meer hoe ik thuis ben gekomen. 

Vele jaren later kwam ik Ed weer tegen toen hij een lezing gaf op het Academisch Genootschap in Eindhoven, waar ik lid van ben. Hij was toen Burgemeester van Amsterdam en het was kenmerkend voor hem dat hij mij vroeg of ik niet verbaasd was dat hij dat was geworden. Het toonde zijn grote bescheidenheid, zoals ook treffend vermeld werd in de necrologie van de NRC. 

Kortom, voor mij een roeimaat om te blijven herinneren!

Feye Meijer

Onderstaande tekst is afkomstig uit de autobiografie “Het verhaal” (2000) van Ed van Thijn. In het hoofdstuk Studeren” beschrijft hij eerst zijn belevenissen in de groentijd. Daarin opgenomen een bezoek aan het Leidse Minerva waar hij werd gedwongen door een schoorsteen omhoog te klimmen waarbij hij door de rook traumatische last kreeg van zijn astma-kwaal. 

Zijn tekst vervolgt hierna als volgt: 

Ik heb wel van het toproeien geproefd. In de winter van ’86-’97 mocht ik een aantal keren invallen in de oude acht, het neusje van de zalm, gecoached door Bloemendal zelf en aangestuurd door Iwan Vanier. De laatste deed iets wat hem zelden overkwam, hij maakte een formidabele stuurfout. In volle sprint (de laatste tien!) nam hij de verkeerde onderdoorgang van de Berlagebrug. De gevolgen waren verschrikkelijk. In volle vaart vlogen we frontaal op een Rijnaak en kwamen onder het schip terecht. Het trotse vlaggenschip van Nereus, de Pruus, was total loss. We hadden in het ijskoude water de grootste moeite om ons uit onze benarde positie te bevrijden en naar de kant te zwemmen. Een van onze ploeggenoten raakte bekneld en kon nog maar op het nippertje worden gered. In het voorjaar van 1957 kreeg ik een vaste plaats in de oude acht, nu gecoacht door Jan Willem Pennink. Het was een gerenommeerde ploeg die later in het jaar tijdens de Europese kampioenschappen in Duisburg in de finale zou roei en. Het werd een drama. Uitgerekend in die periode begon mijn astma weer op te spelen. Ik kreeg ademnood aan boord. Een paar keer nog wist ik dat, blauw aanlopend, manmoedig te camoufleren. Maar toen de coach in de gaten had dat ik nauwelijks meer een kolk produceerde en dat mijn bewegingen verkrampten, was het afgelopen en uit. Ik moest mijn roeicarrière opgeven. Het verleden had me ingehaald. 

Toen ik één van die kakgozers herkende, kreeg ik een rood waas voor de ogen en haalde ik uit zodat hij achterover viel op een tafel die onder zijn gewicht bezweek. Ik verliet de sociëteit met het vaste voornemen daar nooit meer terug te keren Het was overigens voorlopig een van de laatste keren dat ik last van mijn astma kreeg. Ik werd geselecteerd voor een van de eerstejaarsachten van Nereus en ging me nu serieus aan de roeisport wijden. Dat had een heilzame uitwerking. Aanvankelijk was de conditietraining een hel. Een aantal maanden achtereen werden we op vakkundige wijze afgebeuld. Elkaar op de schouder nemen en dan dien diepe kniebuigingen maken, jezelf opdrukken of met zware halters rondjes lopen tot je erbij neerviel. Iedere keer als ik het loodje dreigde te leg gen, werd ik door mijn totale impasse heen geschreeuwd door de vermaarde stuurman van de oude vier, Iwan Vanier, “Volhouden Van Thijn. Verdomde klootzak! Doorgaan!’ Vloekend en bijna kotsend ging ik door, terwijl de wereld leek te vergaan. Achteraf besefte ik hoeveel ik aan die man te danken had. 

De eerste Head of the River was geen succes. Mijn ploeg eindigde als achttiende. Ik zat op slag en het ging allemaal goed, maar halverwege de koers, ter hoogte van het Kalfje, kreeg ik een ondraaglijke kramp in mijn onderarmen. Maar opgeven was er niet bij. Dat woord kwam in het woordenboek van de gestaalde kaders van het studentenroeien niet voor. Ondanks het bescheiden resultaat was ik na afloop uitzinnig van vreugde. Ik had de vuurdoop doorstaan, ik had het gehaald. Een race van acht kilometer nota bene! Ik hoorde erbij. Ik was raceroeier, sportman, Nereïd. Trots als een aap stortte ik me in mijn bordeauxrode blazer en roodwitte, gebreide shawl, in de bijbehorende festiviteiten. 

Er zouden nog vele wedstrijden volgen. Nereus stond aan het begin van een bloeiperiode. Na een aantal magere jaren had een drietal topcoaches, Willy Bloemendal, Jan-Willem Pennink en dr. Dokkum, zich over de club ontfermd. Zij leidden Nereus naar een periode van grote superioriteit. Al gauw was Nereus niet meer te kloppen, won jaren achtereen de Varsity (het hoogste doel van elke studentenroeier), werd in de meeste nummers nationaal kampioen en brak ook internationaal door. Het zou overdreven zijn te zeggen dat ik aan die successen heb bijgedragen. Ondanks het feit dat ik me tweeënhalf jaar volledig aan het roeien heb gegeven (en nog een tijdje heb gecoacht), was het me niet gegeven om de echte top te bereiken. In de beginperiode was ik slag van Nereus 11 in de overnaadse vier. Nereus i won alle wedstrijden en wij werden altijd tweede. Niet slecht als je bedenkt dat er meestal meer dan veertig deelnemende ploegen waren. Maar een tweede plaats telde niet mee. “Als je niet wint, heb je verloren’, was de gouden regel van de roeierij. Op 13 mei 1956 wonnen we de Zaanlandse regatta. Nereus I had dit keer niet meegedaan. In drie series bleven we vierenveertig rivalen de baas. 

Nereus Magazine 2020

Nereus Magazine 2020

Afgelopen week viel het Nereus Magazine van 2020 bij de meeste donateurs op de deurmat. Donateurs die buiten de EU wonen (sinds 1 januari, dus ook inwoners van het Verenigd Koninkrijk) kunnen de ab actis mailen voor het magazine. Deze moeten handmatig worden verstuurd. Voor diegene die ‘m niet hebben ontvangen of ‘m alweer kwijt zijn, hierbij de link naar de digitale versie:

NEREUS MAGAZINE 2020

In Memoriam: Paula Boshouwers (1977-2021)

In Memoriam: Paula Boshouwers (1977-2021)

Paula Boshouwers overleed op 6 januari 2021 op 43-jarige leeftijd, na een langdurige strijd tegen kanker. Paula kwam aan op Nereus in 1995 en was de eerste twee jaar actief als wedstrijdroeister. In 1997 werd ze gevraagd voor het bestuur, in de functie van Ab-Actis. Het bestuursjaar 1997-1998 was het jaar waarin voor het eerst een betaalde hoofdcoach (Mark Emke) intrede deed op de vereniging, het jaar waarin de Varsity door de Oude Vier werd gewonnen in een roze boot, het jaar dat de kroegjool voor het eerst in jaren weer op N.I.A. zou plaatsvinden, maar op het laatste moment werd verplaatst naar “Partycentrum 2000” aan de Spaklerweg, het jaar dat de bierfusten werden vervangen door kelderbier, het jaar waarin een nieuw vlot werd geplaatst, het jaar dat de eerste plannen voor de verbouwing van het gebouw werden gesmeed en een jaar waarin veel ging zoals het altijd is geweest, met vele (inter)nationale roeisuccessen. Tot slot was het voor ons een jaar van persoonlijke groei en vriendschap binnen het bestuur.

Paula was in ons bestuur met afstand de jongste en het enige corpslid, of, in haar woorden: de “excuustruus”. Paula ontwikkelde zich al snel tot een moreel geweten binnen de wekelijkse bestuursvergaderingen, altijd integer, altijd dicht bij zichzelf, waarbij ze zich niet liet leiden door groepsdruk, dikwijls uitgeoefend door de heren ex-zware wedstrijdroeiers binnen het bestuur.  Ze was ook een trouwe verdediger van het Thetis-belang.

Haar authenticiteit en oprechte manier van omgang met anderen, heeft haar ook na het bestuursjaar vele trouwe vriendschappen gebracht. Later ontmoette ze haar man, Mark-Hendrik de Vries, met wie ze twee kinderen kreeg. Een harmonieus en liefdevol gezin, nu getroffen door dit ontzettende verdriet. We zullen haar enorm missen.

Namens het bestuur der A.S.R. Nereus 1997-1998,

Bram Goorhuis

 

In memoriam: Maarten Bernink (1948-2019)

In memoriam: Maarten Bernink (1948-2019)

Door Edmond Angenot

Water heeft altijd een grote aantrekkingskracht op Maarten gehad. In zijn tienerjaren was hij een getalenteerd vrije slagzwemmer en hoorde in zijn leeftijdsklasse tot de beste van Nederland, daarnaast zeilde hij op de Kaag met zijn BM.

In 1966 begon Maarten in Amsterdam aan de UvA met zijn geneeskundestudie en werd na een ouderwetse groentijd corpslid. Het was niet verwonderlijk dat hij met zijn voorliefde voor water ging afroeien bij Nereus dat een bloeiperiode doormaakte maar nog net niet “open”was. Na enige aarzeling ging hij meedoen met de selectie voor 1e jaars zwaar en werd uitverkoren. Onder bezielende leiding van Daan van der Linde en Roel Kramer werd het seizoen voorbereid o.a. met zware outdoor trainingen in het Amsterdams bos. Roei-ergometers bestonden toen nog niet.

In deze intensieve periode waarin je elkaar dagelijks zag werden wij boezemvrienden. 

Na een leuk seizoen dat werd besloten met wedstrijden in Polen en West Berlijn, waar we op de Wannsee “Duitse Hochschulemeister” werden, won Maarten en passant ook nog de twee zonder. Techniek had hij zeker!

In het tweede jaar kwam op de Rotsee de Gusti Snepper gedächtnispreise, een wissel trofee die mede door onze overwinning definitief in Nereus bezit kwam en nog altijd de bestuurstafel bij ledenvergaderingen siert. Na dit 2e jaar stopten de meesten van onze ploeg waaronder Maarten, een middengroep bestond toen nog niet. Een bestuursjaar als quaestor II volgde waarna avunculering.

De studie geneeskunde, die vlot van start was gegaan, werd op een laag pitje gezet. Dat kon toen nog! Maarten had intussen een motor aangeschaft en ging toeren, maandenlang, door Zuid Europa en Noord Afrika, in zijn eentje daar voelde hij zich toen al het prettigst bij.

In 1974 keerde hij actief terug op Nereus. Samen met Eric Endert en in het 2e jaar met Huub van Drooge coachten zij resp. de 1e jaars licht  en de 1e jaars zwaar. Met succes gezien het aantal blikken !

De studie eiste hierna alle aandacht en na een lange aanloop werd hij orthopaedisch chirurg, knutselen lag hem wel. Het was bijna vanzelfsprekend dat Maarten hierna een solopraktijk begon. Terug naar Haarlem, zijn geboortestad.

Door zijn afkeer van sociale groepsactiviteiten als reünies en lustrumdiners kwam hij nog maar sporadisch op Nereus. Maar belangstelling voor de club bleef zeker aanwezig en het is misschien niet verwonderlijk dat hij voor zijn

bakdekkruiser van 12 meter uit 1930, zonder boegschroef benadrukte hij altijd, een ligplaats vond in het jachthaventje naast Nereus. Vanaf zijn achterdek bekeek hij met veel plezier de langsvarende Nereusploegen maar mengde zich, einzelgänger als hij was, bij de Heineken en de Head niet tussen het gekrioel op het Nereusterras.

De laatste keer dat ik hem vlak voor zijn dood sprak, zei hij:”Door die einzelgängerei zijn veel vrienden afgehaakt maar ik was toch het liefst alleen”.

 

In memoriam Rob Bakker

In memoriam Rob Bakker

Met grote droefenis heeft de vereniging vernomen dat ons oud-lid Rob Bakker is overleden.

De heer Bakker kwam in 1963 aan op Nereus en was actief tot en met 1968 als roeier, onder andere in de Oude Vier. Hij was avuncul en lid van Oud-Nereus.

Rob was jeugdroeier geweest bij de Amstel, en kwam in 1963 aan bij Nereus. Hij zat in de eerstejaarsacht onder andere met Kloosterman, en Van de Griek, en ze werden  gecoached door Iwan Vanier. Die acht bestond uit twaalf man die in wisselende opstellingen. Vrijwel alles wonnen waar ze startten. Deze twaalfmans eerste jaarsacht  was een experiment dat niet is nagevolgd; teveel onrust.
In zijn tweede jaar werd een nieuwe acht gevormd,  gecoached door Daan van der Linde en Risto Heymans. Ook een succesvol jaar, met het kampioenschap in de acht en een tweede plaats in de vier-met als hoogtepunten. Met Van de Griek, Den  Besten en Van Maarleveld achter zich haalde hij de finale op de EK in Duisburg. In 1967 zat hij  de oude vier maar werd derde; in de vier-min (zie foto hieronder met Rob op twee) op de EK in Vichy waren darmstoornissen van de ploeg de oorzaak dat ze niets konden presteren.
Zijn poging om Mexico in de vier-zonder te halen mislukte net. Uit de email van Hylke Bakker: “hij memoreerde op zijn sterfbed nog dat hij de spelen van 1968 op een haar na gemist heeft met de 4- met Kloosterman, Griek en Niehe. Deze deceptie leidde echter tot het geluk van zijn leven. Hij ontmoette mijn moeder met wie hij een mooi leven heeft gedeeld”. Al met al heeft Rob een mooie roeicarriere gehad, waar met wat meer geluk zeker meer in had gezeten.
Rob is altijd bij Nereus betrokken geweest,  trouw oudNereid, en hij had jaarlijkse contacten met zijn oude ploeggenoten.

Wij wensen zijn familie, vrienden en de betrokkenen veel sterkte toe.

In memoriam Koert Dingemans

In memoriam Koert Dingemans

Met grote droefenis heeft de vereniging vernomen dat ons oud-lid Koert Dingemans op 13 april 2020 is overleden.

De heer Dingemans kwam in 1958 aan op Nereus en was actief als roeier en daarna als coach. De heer Dingemans heeft zich ingezet voor de vereniging in het bestuur. Hij was avuncul en lid van Oud-Nereus.

Wij wensen zijn familie, vrienden en de betrokkenen veel sterkte toe.

Nereus Magazine

Nereus Magazine

Het Nereus Magazine is weer bij alle Oud Leden bezorgd. In dit magazine is onder andere aandacht voor de wielersport na het roeien, en leest u diverse interviews met jong- en oud Nereïden. Er is geschreven over roeiers die reeds gestopt (Boaz Meylink), en toch weer begonnen zijn (Robert Lücken), de succesvolle Twentse tweeling: Martine en Marike Veldhuis krijgen een aantal pittige dilemma’s voorgelegd en er wordt stilgestaan bij een oude Varsity overwinning. Heeft u het magazine niet ontvangen? Mail dan naar reunisten@nereus.nl

Nereus Wielerpakjes

Nereus Wielerpakjes

Omdat blijkt dat veel Nereïden ook vaak naast de Amstel te vinden zijn, op de fiets welteverstaan, is er binnen de ASR een initiatief gegroeid om een koerstrui en –broek te ontwerpen. U kunt het beschouwen als een collecters-item; het nuttig gebruiken en uitdragen dat u een bordeauxrood hart heeft.

Vanaf heden zijn deze items aan te schaffen, óók voor dames. Bar bistro belle Ami heeft een (grote) helpende hand toegestoken en ook onze hoofdsponsor Kempen heeft besloten een duit in het zakje te doen. In BioRacer (voorziet onder andere Euskatel en de Nederlandse en Belgische bond van hun outfits) is een perfecte leverancier gevonden.

De trui bestaat uit een prachtig ontwerp, waarbij het lycra mouwen betreft: het neusje van de zalm. In de broek bevindt zich een zeer goede zeem waarmee u lachend Odf-Odw Rondje IJsselmeer kunt rijden. Verder is de broek van hoge kwaliteit.

De prijs voor een shirt en broek zal 75 euro bedragen, los kost een shirt shirt 38,50 euro en een broek 46,50 euro. Voor de combi deal moet u bij het afrekenen de kortingscode Nereus2018 gebruiken.

De winkelprijs voor deze kwaliteit van BioRacer is 110+ euro, met behulp van onze sponsoren is de prijs dus zeer gunstig geworden: laat deze kans niet lopen!

De levering zal ergens in augustus zijn, hoe u daarna uw bestelling kunt bemachtigen zal u via de mail kenbaar worden gemaakt. U kunt er ook voor kiezen om het via TNT post bij u thuis te laten bezorgen. Er is, mits genoeg animo, de mogelijkheid tot een tweede bestelling maar u kunt deze pas in september verwachten. De eerste bestelling zal plaatsvinden op woensdag 27 juni. U kunt dus uiterlijk tot dinsdag 26 juni bestellen via de webshop (www.nereus-merchandise.nl).

Dit zijn de eerste artikelen van de nieuw opgerichte Nereus Merchandise BV. Check regelmatig de webshop voor de nieuwste bordeauxrode artikelen!